Een wethouder van de gemeente Oldebroek heeft deze week officieel het startsein gegeven voor de aanleg van glasvezel. Naar verwachting is ieder huishouden binnen het aansluitgebied na de zomervakantie aangesloten.
De gemeente Oldebroek bestaat uit vier kernen: Oldebroek, Hattemerbroek, Wezep en Oosterwolde. Het eerst wordt gestart met de aanleg in Oldebroek en Oosterwolde, daarna worden Wezep en Hattemerbroek aangesloten, aldus Veluweland.
Hoewel de huishoudens in de kernen wel worden voorzien van een glasvezelaansluiting, heeft de gemeente nog steeds geen oplossing voor de bewoners in het buitengebied. “We willen het ook graag in het hele buitengebied hebben, maar dat is nog een zorgenkindje”, erkent de wethouder in de lokale krant.
“Er is contact met de provincie Gelderland en zij komen met een pilot hiervoor. We maken ons er hard voor om mee te doen, maar er zijn meer gemeenten die dat graag willen.”
Volgens een woordvoerder van Reggefiber is de aanleg van glasvezel overigens niet alleen goed nieuws voor bewoners. Ook helpt het voor de werkgelegenheid. De aanleg zou voor ongeveer 150 man een half jaar werk opleveren.
Jan Vezel
Het is vrij bijzonder dat de wethouder toezeggingen doet dat de procvincie hier een pilot start. Sowieso wordt er vanuit de provincie geen euro bijgedragen. Zeker dit jaar niet meer.
De wethouders van alle gemeenten moeten zich realiseren dat ze zelf de personen zijn die glasvezel in de buitengebieden kunnen trekken en zelf mee kunnen financieren. Elke gemeente kan spelen met (ozb)belastingen e.d. zonder concurrerend te zijn voor de glasvezel legger/beheerder. Bovendien staan wethouders in dienst van de bevolking (al het goed is zijn ze democratisch aangesteld). Zij moeten dus niet de boot afhouden maar zelf de kar voor de bevolking trekken. Meestal krijg je de opmerking dat je dan niet op het platteland moet gaan wonen. Diezelfde lui komen bij mooi weer wel door ons buitengebied fietsen en roepen dan dat het er zo mooi is (en dat mooie komt er niet vanzelf natuurlijk)
De behoefte aan glasvezel in de buitengebieden is groot (zonder dat men zich dat nu realiseert). Is de smartphone booming nu is ook de smart-tv booming. In de buitengebieden heb je daar niet zoveel aan want je hebt snel internet nodig en technisch gezien is die snelheid niet met koper, niet met satelliet internet en ook niet met umts haalbaar.
10 jaar terug was er via de coax in de dorpen al ruim 10 Mb internet beschikbaar. 7 jaar terug al ruim 30Mb. Op het platteland is vandaag de dag slechts 0,5 tot 3Mb mogelijk. Dat zijn snelheden die meer dan 10 jaar geleden al in de dorpen/kernen beschikbaar was. Op het platteland lopen we dus al een tiental jaar achter met internet . De politiek zit dus al jaren te dromen! Bovendien roept de lokale politiek dat ze financieel niet mogen helpen. Dat is zeker niet waar. Europa en de provincies hebben subsidiepotten voor glasvezel in de buitengebieden maar niemand kan ze meer vinden (of ze zijn opgemaakt aan andere zaken zoals bijv OS2028).
Waarom doet een kabellaar alleen de kom voorzien van glasvezel? Dat is simpel: Snel veel en veel geld verdienen met het “glazen goud”. Natuurlijk is glasvezel in het buitengebied betaalbaar. Dan moet je alle aansluitingen van buitengebied en kern verrekenen in het aantal meters glasvezel dat gelegd moet worden. Dan kom je op een acceptabel bedrag uit. Het duurt dan alleen een paar jaar langer voordat een kabellaar dan de investering terugverdiend heeft. Maar zolang de politiek (en zeker de lokale politiek) zich zand in ogen laat gooien wordt heb buitengebied nooit aantrekkelijk voor glasvezel. Gelukkig zijn er initiatieven zoals Cogas in de Hof van Twente die wel hun best doen voor glasvezel in de buitengebieden. Zij laten publieksgeld terugvloeien naar de burgers. Kabellaars doen alleen de geldstroom de andere kant op vloeien. Van enig maatschappelijk gevoel is daar weinig merkbaar.
Wil je nu als buitengebieder glasvezel dan komen er bedragen tussen de 6000 en 10000 euro om de hoek kijken voordat je de vezel hebt. Laat staan de maandelijkse bijdrage. En dat terwijl met in de kernen de glasvezel “gratis” in huis krijgt. Van enige ongelijkheid van behandeling kun je hier dus wel spreken.
Als plattelander moet je dus een sterke initiatiefgroep hebben die schreeuwt om glasvezel. Bovendien moeten plattelanders veelvuldig de gemeente vragen om glasvezel (als er geen vraag is denk men dat plattelanders glasvezel niet belangrijk vinden). Ons enige redmiddel is dus veel en veel aandacht voor glasvezel op het platteland vragen. De aanhouder wint altijd!