Het strijden voor glasvezel tot aan elk huis is een onnodig dure en ambitieuze doelstelling in veel lokale verkiezingsprogramma’s.
Dat schrijft Frank Phillipson van TNO. Veel lokale partijen de aanleg van glasvezelaansluitingen tot elk huis in hun programma opgenomen. Maar dat is helemaal niet nodig en bovendien onnodig duur, zo stelt de onderzoeker.
Voor een groot deel van de huishoudens en bedrijven is het voldoende als het netwerk tot het laatste verdeelpunt wordt verglaasd. Als vanaf de wijkcentrale de laatste stuk van 100 tot 200 meter over het bestaande koper- of coax-netwerk gaat, zijn nog altijd internetsnelheden van 200 tot 500 Mbit/s te halen, aldus Phillipson. “Hiermee kan, voor een fractie van de kosten in vergelijking met een volledige FttH-uitrol, voor een groot deel van de klanten aan de vraag voor de komende jaren worden voldaan.”
Door deze netwerkuitbreidingen slim in te vullen en aan te leggen, gaat iedereen er sneller op vooruit en kan er in de toekomst verder worden gemigreerd naar FttH, indien dat voor de vraag aan bandbreedte noodzakelijk is, zo stelt Phillipson. De totale kosten hoeven dan niet hoger te zijn dan wanneer in één keer wordt overgaan naar FttH.
Als die strategie wordt gevolgd, blijft er bovendien geld over om specifieke gevallen, bijvoorbeeld inwoners van de buitengebieden en hun scholen en bedrijven aan te sluiten op snel internet.
foto: KPN – Youtube
Geef een reactie